zondag 11 november 2007

Het civiele en militaire Afghanistan volgens NAVO-ambassadeur Daan Everts en Turkije en Nederland

In de NRC probeerde NAVO-ambassadeur Daan Everts vrijdag “helderheid” te brengen in het debat over de ISAF-missie in Uruzgan. Zijn conclusie is min of meer ook een vraag: “Laat Afghanen niet opnieuw in de steek”. Opvallend is het voorbeeld van Turkije dat hij aanhaalt.

Everts beantwoordt een negental vragen om die helderheid over de missie in Afghanistan te geven: Waarom zitten we daar? Wat staat er op het spel? Wat is de humanitaire rechtvaardiging? Kan het conflict militair worden beslecht? Wat is de verhouding tussen civiele en militaire inspanningen, waarin hij als voorbeeld de inspanningen in de provincie Wardak van Turkije noemt en die vergelijkt met Nederland in Uruzgan.

En verder: Willen de Afghanen af van buitenlandse militairen? Wat is de rol van de Amerikanen? Moet er worden onderhandelen met de vijand en moet de NAVO, of in het bijzonder Nederland, zich wel of niet terugtrekken uit Afghanistan?

Opvallend is de constatering van Everts in punt vijf, waarin hij de verhouding tussen civiele en militaire inspanningen belicht, en daar het voorbeeld van Turkije aanhaalt en dat vergelijkt met de situatie van Nederland in Uruzgan.


Verhouding civiele en militaire inspanningen

Turkije en Wardak
Everts zegt: “In gebieden waar de veiligheid direct wordt bedreigd, is opbouwwerk niet mogelijk zonder militaire bescherming. De Turken hebben wat dat betreft een les geleerd in de toch betrekkelijk veilige provincie Wardak.”

Turkije leidt het Provinciaal Reconstructie Team van de ISAF in Wardak, een provincie waar het de afgelopen tijd steeds gewelddadiger wordt, waardoor ook de druk op Kabul wordt opgevoerd omdat Wardak aan Kabul grenst.

Het provinciaal reconstructie team in Wardak behoort tot het Regionaal Commando Zuid van de ISAF. Dit Regionaal Commando staat onder bevel van de Verenigde Staten.

De NAVO-ambassadeur zegt verder: “Zij hoopten dankzij moslimverwantschap en vrijwel uitsluitend civiele presentie probleemloos aan het werk te kunnen. Diezelfde Turken zijn de laatste maanden het doel van constante raketaanvallen en zelfmoordaanslagen geweest. Zij hebben schielijk de hulp van Amerikaanse ISAF-troepen moeten inroepen om minimale bescherming te krijgen tegen de onzalige combinatie van Taliban en georganiseerde misdaad.”

Nederland en Uruzgan
Volgens Everts is ook “het idee dat Nederlanders zich in de onveilige provincie Uruzgan kunnen beperken tot alleen ‘goede werken’ zonder militair kader volstrekt naïef.

Zo ook de notie, door sommige particuliere hulporganisaties aangehangen, dat de Taliban onderscheid zouden maken tussen militairen en civiele hulpverleners.

Alle buitenlanders die sociale en economische ontwikkeling willen bevorderen, en daarmee de zittende regering schragen, worden gezien als tegenstanders en zijn doelwit van aanslagen. Wat niet wil zeggen dat ook in Uruzgan de mix van civiele en militaire inzet niet – geleidelijk – kan worden aangepast,” aldus Daan Everts.

Volgens Everts is het dus naïef om te denken dat de Taliban onderscheidt maken tussen civiele en militaire hulpverleners. Alle buitenlanders die economische hulpverlenining willen bevorderen worden gezien als vijand.

Dus ook Turkije dat meer de nadruk wil leggen op civiele projecten wordt door de Taliban aangevallen.

De Taliban hebben wel verschillende malen aangegeven dat ze geen problemen hebben met het Rode Kruis.

Onafhankelijkheid
De vraag is natuurlijk in hoeverre Daan Everts een onafhankelijk bron is, wanneer hij bijvoorbeeld een uitspraak doet over de mening van hulporganisaties.

Daan Everts is ambassadeur van de NAVO, een organisatie die op dit moment zeer verdeeld is over de juiste strategie van de missie in Afghanistan en niet in staat is om substantieel meer militairen in te zetten om voor de veiligheid te zorgen in het Aziatische land, een veiligheid die dus volgens Everts zelf noodzakelijk is om opbouwwerk te verrichten.

Afghanistan zou na de terugtrekking van het Russische leger in 1988 uit het land in de steek zijn gelaten door de internationale gemeenschap. Tijdens de Russische bezetting kreeg het bijvoorbeeld veel hulp van de Verenigde Staten in de strijd tegen de Russen.

Daarna had de internationale gemeenschap minder belangstelling voor Afghanistan. Het land raakte verzeild in een bloedige burgeroorlog waaruit de Taliban als overwinnaars tevoorschijn kwamen.

Taliban
In 1994 verwierven de Taliban de controle over de zuidelijke stad Kandahar. Vandaaruit veroverden ze vrijwel geheel Afghanistan. In 1996 veroverden ze Kabul.

De Taliban wilden een eind maken aan de corruptie, een eind maken aan de macht van de krijgsheren en de bevolking ontwapenen. Maar ze voerden tegelijkertijd een strenge islamitische wetgeving in en namen de rechten van vrouwen af en gaven onderdak aan het netwerk Al-Qaida van Osama bin Laden.

Toen de Verenigde Staten na de aanvallen van 11 september 2001 op New York en Washington in oktober Afghanistan aanvielen, hadden de Taliban in ongeveer 90% van het land de macht.

Amerika kreeg steun van Afghaanse krijgsheren uit het noorden van het land, die fel tegen de Taliban waren, en een aantal westerse bondgenoten.

Het Taliban-bewind van religieus leider Mullah Omar was binnen enkele maanden verdreven, maar sinds twee jaar hebben de Taliban zich reorganiseerd en voeren ze een opstand uit tegen de regering van president Hamid Karzai in Kabul en de aanwezigheid van buitenlandse militairen in het land, die ze als een bezettingsmacht zien.